Het gebeurt meer dan eens dat een koppel eerst een woning koopt en pas later trouwt. De kopers moeten dan twee keer bij een notaris aankloppen.
Voor koppels die vanaf 1 september een woning kopen, zal die tweede stap niet meer nodig zijn. Vanaf dan kunnen ze al bij de aankoop van de woning een ‘anticipatieve (of voorafgaande) inbreng’ doen bij de notaris. Als de feitelijk of wettelijk samenwonende partners later in het huwelijksbootje stappen, komt de woning ‘automatisch’ in het gemeenschappelijk vermogen van het gehuwde paar terecht.
Doen koppels zo’n voorafgaande inbreng, dan kunnen ze 850 tot 1.000 euro aan notariskosten en heffingen uitsparen. Voor veel jonggehuwden die elke maand een fiks bedrag neertellen voor de afbetaling van een woonkrediet toch een aardige kostenbesparing.
De nieuwe mogelijkheid is opgenomen in een voorstel tot hervorming van het huwelijksvermogensrecht, dat deze week in eerste lezing is goedgekeurd in de bevoegde Kamercommissie en normaal op 1 september in werking treedt.
Het is wel niet altijd mogelijk een anticipatieve inbreng te doen. ‘Dat kan alleen als elke partner de volle eigendom verwerft over de helft van de woning en als de partners de uitsluitende eigenaars van die woning worden’, zegt Johan Du Mongh, een expert uit de werkgroep die de hervorming voorbereidde en professor familiaal vermogensrecht aan de KU Leuven.
Als u samen met uw vriend of vriendin een woning koopt en als u voor 75 procent eigenaar wordt, en uw partner voor slechts 25 procent, bijvoorbeeld omdat u het grootste gedeelte van de aankoop financiert, dan is een voorafgaande inbreng dus niet mogelijk.
Du Mongh legt uit waarom: ‘De wetgever gaat ervan uit dat de woning wordt afbetaald met gemeenschappelijk geld. Tijdens het huwelijk gebeurt er tussen de echtgenoten geen onderlinge verrekening meer voor de afbetaling van de woning. Als de kopers op de datum van het huwelijk bijvoorbeeld nog 120.000 euro voor de woning moeten afbetalen, dan zijn beide echtgenoten verplicht die schuld te helpen afbetalen. Het is dan ook consequent te vragen dat de 50/50-verhouding al bestond op het tijdstip van de inbreng. Afwijken van die voorwaarde doorbreekt de gelijkheidsgedachte.’
Een anticipatieve inbreng is ook niet mogelijk als u voor het huwelijk van uw ouders een stuk bouwgrond krijgt waarop u dan later, samen met uw partner, bouwt. Theoretisch is de eigenaar van de grond ook de eigenaar van de woning die erop wordt gebouwd. Van een 50/50-eigendomsrecht is dan geen sprake. Tussen haakjes: er bestaan wel correctiemechanismen opdat de partner die heeft bijgedragen aan de bouwkosten niet met lege handen achterblijft als het huwelijk op de klippen loopt.
Scheiding van goederen
Is een voorafgaande inbreng ook zinvol als u eerst een woning koopt en later huwt met scheiding van goederen? In dat stelsel heeft elke echtgenoot een eigen vermogen, maar is er geen gemeenschappelijk vermogen. ‘In dat geval kunnen de huwelijkspartners de woning wel inbrengen in een toegevoegd gemeenschappelijk vermogen’, zegt de Federatie van het Notariaat. Maar als u huwt met scheiding van goederen moet u sowieso naar de notaris om een huwelijkscontract te laten opmaken. Een grote kostenbesparing levert een anticipatieve inbreng bij de aankoop van de woning dan niet op. ‘Dan bespaart u zo’n 300 euro aan belastingen, maar geen notariskosten’, zegt Du Mongh.
De kosten besparing is relatief als u toch een huwelijks contract laat opmaken.
Ook als u niet trouwt met scheiding van goederen, maar toch een huwelijkscontract laat opmaken - bijvoorbeeld omdat u kinderen hebt uit een eerste huwelijk en daarvoor speciale schikkingen wil treffen - is de kostenbesparing van een anticipatieve inbreng relatief.
Tot slot vergt een anticipatieve inbreng toch enige reflectie. Zo is het opletten geblazen als u samen met de partner met wie u feitelijk of wettelijk samenwoont een woning koopt en als u in de aankoopakte een beding van aanwas opneemt.
Dankzij zo’n beding kan uw partner de volle eigendom krijgen van de hele woning als u zou overlijden en als u dat zo voorziet. Die mogelijkheid wordt al eens benut als iemand kinderen heeft uit een eerdere relatie. Als u overlijdt, kunnen die kinderen geen aanspraak maken op de woning die u later, met uw nieuwe partner, hebt gekocht.
Maar dat verandert als u met uw nieuwe levenspartner zou huwen en als de woning in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen terechtkomt, bijvoorbeeld omdat u een anticipatieve inbreng bij de aankoop van die woning hebt gedaan.
Volgens de Federatie van het Notariaat kan de aankoopakte voorzien dat het beding van aanwas bij een huwelijk vervalt. Dat is niet zonder gevolgen. ‘Als u dan toch trouwt en de eerder aangekochte woning in de huwgemeenschap valt, kunnen de kinderen uit uw eerdere relatie wel rechten op de woning laten gelden, althans als de rest van uw vermogen niet volstaat om hen na te laten waar ze wettelijk recht op hebben’, waarschuwt Du Mongh.
Het voorbeeld illustreert dat u niet holderdebolder van de nieuwe mogelijkheid gebruik moet maken. ‘Feitelijk of wettelijk samenwonende partners kunnen zich bij de aankoop van een woning het best goed laten adviseren. Een degelijk advies door een notaris kan de kosten bij de aankoop opdrijven, ook al spaart u latere kosten uit’, besluit Du Mongh.